Nu zaterdagavond door de groepsraad is ‘voor’gestemd om de Schoterhoeve te kopen, voelt het alsof mijn taak erop zit. Maandagavond stemmen we met het stichtingsbestuur formeel voor de aanschaf. Daarna gaat er een mailtje naar de afdeling Vastgoed van de gemeente en gaat de notaris aan de slag om alles af te ronden. “Het zit er op”, zingt door mijn hoofd. Wat nog rest, is maximaal voordeel te halen uit het netwerk dat ik de afgelopen elf jaar heb opgebouwd.
Het hele project is in goede handen. Nieuwe voorzitters, ervaren secretaris en penningmeester, bevlogen medestuurgroepleden. Een supergoed functionerende groep, met fantastische mensen op alle vitale plekken. Samenwerkingspartners die niet kunnen wachten. Toffe architecten, zeer gedreven gemeenteambtenaren en een
wethouder die dit allemaal steunt. De publieke opinie in ons voordeel. De droom wordt werkelijkheid. Scouting Brigitta heeft voor de aankomende 50 jaar een veilige plek op een droomlocatie.
Natuurlijk weet ik heel goed dat het nog geen gelopen race is. Er volgen nog een ingewikkelde procedure en een bouwvergunningaanvraag, er moet nog ontworpen en gebouwd worden, de centen zijn ook nog niet allemaal gevonden. Voordat we het lint kunnen doorknippen, voordat Erwin de sleutel aan David kan geven, zijn we zo maar 36 maanden verder. Bevers zijn tegen die tijd welp, kabouters worden nog scouts en rovers worden leiding. Er gaan mensen weg, er komt zeker nog een Brigitta-baby bij. Hopelijk ontvalt ons niemand voor het zover is.
Dat doorlopende proces van seizoenen, jaargetijden, overvliegen, installeren, opkomsten, insignes, RSW, LSW, Winterwandeling, Brigittafest, Jamborette, binnen- en buitenweekenden, zomerkampen, inpakken, uitpakken, schoonmaken, happeren, yakkie, kampwee. Die bever met het handje aan de vlag, die belofte om goed voor de natuur te zorgen, het blijft maar doorgaan. Scouting blijft mensen vormen.
Het heeft ook mij gevormd. Ik stam uit een lang geslacht van ‘padvinders’. M’n moeder, m’n zus, m’n oom, m’n neven en nichten, allemaal waren ze lid. Op menig familiebijeenkomst was de ‘padvinderij’ het onderwerp waar iedereen het over had.
Iedereen, behalve ik: scouting was voor watjes, ik zat in het jongerencentrum, dat was pas cool. Hoezo uniform? Daar kon je toch niet bij willen horen. Na elf jaar bij Brigitta te hebben rondgelopen en mijn stinkende best te hebben gedaan om
Brigitta’s toekomst veilig te stellen, kan ik d’r niet meer onderuit: Ik ben een scout. And I love it!
Dus, zit mijn taak erop? Ja en nee. Gevoelsmatig is het doel bereikt. Ondertussen weet ik dat ik hier en daar waarschijnlijk nog nodig ben, weet ik dat er nog een beroep op mij gedaan gaat worden, zal ik m’n best blijven doen tot het echt af is. Al stond ik nooit met m’n hand aan die vlag, ik zeg nu wel: “Jullie kunnen op mij rekenen”.