9. Even helemaal niets…

Op mijn vakantie in Frankrijk heb ik vooral veel niets gedaan. Lekker veel in de tuin gezeten van ons AirBnB huis, een paar boeken gelezen, met m’n mountainbike heel hard over hobbelige bospaden geramd, gewandeld en, toch wel het hoogtepunt, met een kano een stuk van de Loire afgevaren. Verder, bier gedronken, pizza gegeten, in dé leClerc van de airco en de wifi genoten. De Eiffeltoren en de Sacre-Coeur weer eens bekeken, met de stadsbus om de Arc de Triomphe gereden en een poes (wat eigenlijk toch een kater blijkt te zijn) in de auto meegesmokkeld naar huis.

Waar ik het meeste van heb genoten is met lief en dochters drie weken dag en nacht opgetrokken te hebben. Volgens mij is dat toch wel wat ik het liefste doe. Met die drie meiden praten, lachen en dingen beleven. Daar knap ik reuze van op na een jaar bikkelen in twee banen. Want heel eerlijk bezien heb ik afgelopen jaar twee banen gehad. Mijn gewone werk als docent bij de HvA en m’n extra baan als voorzitter van Stichting Scouting Brigitta. Ik moet zeggen dat die twee banen afgelopen jaar flink strijd hebben geleverd om mijn aandacht en beschikbare tijd. Gelukkig is een en ander vaak ook wel te combineren. Kan ik mijn tijden zelf indelen en heb ik geen dwingend rooster. Dus gaat het wel eens ten koste van ‘bank-tijd’ met die meiden, waar ik nou juist zo van geniet.

 

Afgelopen Scouts(school)-jaar hebben wij, de stuurgroep en de werkgroepen, van het Schoterboshuis-project bergen werk verzet. Als ik dat hier allemaal zou moeten opsommen werd dat zo’n lange lijst dat jullie meteen zouden afhaken met lezen. Terwijl ik dit typ, achter een flexplek-bureau van de hogeschool tussen twee overleggen door, prijs ik mijzelf gelukkig met wat we allemaal hebben gedaan en wat er allemaal nog zit aan te komen. Hoe spannend het was en hoe verrekte spannend het nog gaat worden. Of moet ik zeggen opwindend. Spannend klinkt te negatief, klinkt als angstig. Van angst is geen sprake al ben ik soms wel eens bang. Bang dat het niet gaat lukken, dat het ergens fout loopt, of afbreekt. Dat we zo meteen toch met lege handen staan. Dat Brigitta uit de Krocht wordt gezet zonder goede nieuwe plek. Ondertussen staan alle lichten op groen, groeit de groep maar door, is er weer veel nieuwe leiding gevonden en gaat het goed. Ik ervaar toch telkens weer een enorm enthousiasme bij alle leden en bij de ouders. Daar word ik altijd geweldig blij van.

 

Nu de zomer voorbij is loop ik weer wat vaker met onze hond door het Schoterbos. Een rondje vanaf huis duurt ongeveer een halfuurtje. Heerlijk, even geen dingen aan m’n hoofd. Het rondje gaat altijd over ‘ons’ stukje in het park. Dat mooie perceel aan de waterkant. Als de hond tot haar buik in het water staat en blij rondrent mijmer ik hoe het er straks uitziet, hier. Ik ken de tekeningen van Jack, onze architect, inmiddels van buiten en projecteer het nieuwe gebouw met gemak in m’n hoofd op die plek. Het bruggetje, de fietsenstalling, de grote glazen kas in het middenstuk. Ik zie hoe ik naar binnen loop, een kopje thee maak in de keuken, doorloop naar de vlonder aan het water. Dan ga ik op een bankje zitten om te genieten van het herfstzonnetje. Ik hoor scouts lachen en gerommel in de werkplaats. Boven wordt een sterk verhaal verteld. Een groepje welpen komt net terug van een pionier-oefening en stampen op de brug. Er staan wat ouders met een kopje koffie in kas. Een van mijn dochters deelt een folder uit en verteld hoe geweldig scouting is. 

 

En ik? Ik doe even helemaal niets.