11. De lijst met dingen die we al wel hebben.

Het bouwen van een gebouw is een ingewikkeld en lang proces. Of om het simpel te zeggen: het kost veel tijd. Natuurlijk zijn er voorbeelden van waar het wel heel snel gaat. Zo werd mij woensdag jongstleden toegeroepen: ‘Wij gaan al slopen in september!’ Een Scoutinggroep in de buurt gaan ook nieuwbouwen en dat gaat – ogenschijnlijk – flitsend snel. Zeker vergeleken met ons. Ik kan jullie gaan uitleggen hoe de wet achter de omgevingsvergunning in elkaar steekt en dat zoiets als een eenvoudige bouwvergunning niet meer bestaat en zo, maar dat laat ik maar even. Laat ik het zo samenvatten: De buren hebben een ‘iets’ eenvoudigere procedure te doorlopen dan wij. Onze groep is ook groter: met 200+ leden heb je gewoon een ‘iets’ groter gebouw nodig. Dat maakt het geheel kostentechnisch ‘ietsje’ omvangrijker. Daarnaast is onze plek nogal specifiek. Tja, niet verwonderlijk dus dat het ook wat meer tijd kost om te doen wat wij aan het doen zijn.

Gelukkig is er hulp van alle kanten. De gemeente (ik haat dat woord), de mensen die bij het gemeentelijk apparaat werken zijn echt alleraardigst. Ze denken mee, zoeken ruimte, duwen tegen en trekken aan procedures (en minder flexibele types). De stemming is er inmiddels wel een van: ‘Kom op, het moet nu wel gaan gebeuren met dat Schoterboshuis!’

Zo werd ik via een van die mensen die bij de gemeente werkt, gewezen op De Inschakelaars. Dat is een club mensen met netwerk en ervaring op allerlei terreinen, die naar eigen zeggen een helpende hand bieden aan burgerinitiatieven, zodat die kunnen slagen. En zo kwam het dat ik onlangs tussen de buien door naar Vooges bij het station fietste voor een gesprek met een erg aardige en zeer ervaren dame met de naam Mariëtte. Nee, niet mijn eigen Jet, maar een andere. Nadat zij mijn verhaal had aangehoord en had verteld wie zij was en wat zij deed en doet, zei ze dat ze ging zoeken naar iemand die ons kan helpen bij het vergunningentraject. Ze kent een (gepensioneerde) deskundige en gaat hem vragen. Zo’n traject is lang en complex met heel veel variabelen; als leek kun je daar geen touw aan vastknopen. Dus een beetje hulp is wel lekker. Ze wilde alleen van ons een lijstje met: ‘dingen die wij al wel hebben’.

Zo, dat was een mooie vraag. De dingen die we al wel hebben? Al die dingen die we de afgelopen drie jaar hebben gemaakt, onder elkaar gezet, op één A4? Het resultaat van al die uren opzoeken, uitzoeken, onderzoeken, bezoeken, overleggen, uitleggen, voorleggen al dat praten, denken, reizen, mijmeren, (weinig) ruziemaken, goedmaken, typen en tekenen. Dat alles onder elkaar? Terwijl de focus zo ligt op alles wat we nog niet hebben en wat er allemaal nog moet?

Het werd een louterende oefening in tevredenheid. Met dank aan Kaat die mij, zoals zo vaak, net voor was met het maken van een opzetje. Het lijstje met dingen die we wel hebben, bleek nog veel langer dan ik dacht. Het ligt nu bij Mariëtte. Hopelijk komt er snel iemand op ons pad die ons gaat helpen. Want het vergunningentraject is namelijk heel stilletjes en nauwelijks opgemerkt al van start gegaan. Dat heeft een van die vriendelijke en behulpzame mensen binnen het gemeentelijk apparaat namelijk al stiekem gedaan.